Zorg
Vorderingen
We gaan uit van verschillen in leerlingen en verschillen in prestaties, daarom is het belangrijk te zien welke ontwikkeling een kind doormaakt en of het de resultaten haalt die horen bij zijn capaciteiten.
Het leerlingvolgsysteem geeft ons de gegevens om te zien of we met de kinderen datgene bereiken wat we gezien hun capaciteiten mogen verwachten.
Om een leerling te volgen en te kunnen beoordelen gebruiken we methode-gebonden en methode-onafhankelijke toetsen (Cito) en ons leerlingvolgsysteem. Ook observaties van leerlingen en de daaraan verbonden conclusies worden daarin opgenomen. Voor de groepen 4 t/m 8 geldt dat eveneens het SNAPPET systeem buitengewoon waardevolle inzichten geeft in de ontwikkeling van een leerling.
Voor de methode-onafhankelijke toetsen wordt per schooljaar een toets-rooster gemaakt. Met behulp van de toetsen wordt bekeken waar de problemen zitten; wat de problemen zijn; het voorbereiden van de oplossingen, deze toepassen en daarna te bekijken of ze geholpen hebben.
Om de ontwikkelingen van de leerlingen zo goed mogelijk te kunnen volgen en te begeleiden maken we gebruik van een geautomatiseerd Leerling-Volg-Systeem (LVS), de groepsmap, de zorgmap en het individuele leerling-dossier. De methode-onafhankelijke toetsen worden verwerkt in het LVS. Daarin worden ook de notities gemaakt die belangrijk zijn voor de groep (gespreksverslagen, afspraken, enz.) en voor de individuele leerling.
Leerlingenzorg
Voor de zorg die wij aan de kinderen geven volgen wij vijf niveaus:
Niveau 1
Algemene zorg door de groepsleerkracht. Instructie volgens de methode en toegespitste instructie, voorbereidende en herhaalde instructie door de groepsleerkracht.
Niveau 2
Extra zorg in de groep. Extra instructie en oefenen in kleine groep. Extra hulp in de klas door middel van differentiatie (verschillende niveaus) vanuit de methode. Inzetten van methodische hulpmaterialen.
Niveau 3
Extra zorg op schoolniveau. De Intern begeleider (IB) wordt ingeschakeld. Inzetten van aanvullend methode- onafhankelijke hulpmaterialen. Er wordt een Plan van aanpak opgesteld dat door de leerkracht in de groep wordt uitgevoerd. Zo nodig wordt er remedial teaching ingezet (extra instructie buiten de groep). Wanneer leerlingen ondersteuning krijgen met een plan van aanpak (in of buiten de groep) worden de ouders/verzorgers schriftelijk hiervan op de hoogte gebracht. Plan van aanpak zal, indien gewenst, met de ouders besproken worden.
Niveau 4
Extra deskundige zorg. Inschakeling van bijvoorbeeld: leerlingbegeleider, schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg, ambulante begeleiding, psycho-diagnosticus.
Met ondersteuning van de IB kan een leerling worden toegeleid naar het speciaal (basis) onderwijs.
Niveau 5
Plaatsing bij speciaal onderwijs (so) cluster 1, 2, 3 en 4 of plaatsing op speciaal basisonderwijs (sbo).
Op alle 5 niveaus dienen de ouders/verzorgers op de hoogte te blijven van de zorg die aan hun kind wordt gegeven. Hiervoor zijn groepsleerkracht en de IB verantwoordelijk.
Ouders/verzorgers worden schriftelijk op de hoogte gebracht wanneer hun kind werkt met een handelingsplan.
Zowel ouders/verzorgers als de IB-er kunnen voor verdere informatie/toelichting een gesprek met de betrokken deskundigen aanvragen.